



Juf Karins moderne media

Deelvraag 4
Kan projectmatig werken een vorm zijn die bij onze school past, waardoor we ook beter moderne media kunnen gebruiken bij ons onderwijs?
Informatie over projectmatig werken
Het SLO heeft een instrument ontwikkeld over planmatig werken in het onderwijs. Hierin kunnen we lezen dat het werken aan projecten leerlingen de gelegenheid biedt om belangrijke vaardigheden te laten verwerven en te versterken. Voorbeelden hiervan zijn plannen en organiseren, samenwerken, informatie verzamelen, presenteren en reflecteren.
Kenmerken van projectmatig werken die in dit instrument genoemd worden, zijn:
-
De leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig.
-
In een project leren leerlingen actief. Projecten bevorderen de zelfwerkzaamheid en zelfstudie.
-
De leerling leert samen met anderen.
-
Projectwerk is groepswerk.
-
De leerling leert in samenhang.
-
Een project verbindt vakken, kennen & kunnen, theorie en praktijk.
-
De leerling oriënteert zich.
-
Een project verbreedt de horizon.
-
De leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving.
-
In een project gebeurt wat.
-
De leerling leert in een doorlopende leerlijn.
-
Elk project smaakt naar meer. Een project rondt af met reflectie als stimulans tot verder leren.
Wanneer wij op school projectmatig gaan werken, moeten (een aantal) van deze kenmerken terug te zien zijn.
Projectmatig werken voor de leerlingen
Bij een project moet de opdracht de leerlingen aansturen en niet de docent of het boek. Eigen initiatief en creativiteit van de leerlingen moeten centraal staan. De leerlingen moeten nieuwsgierig gemaakt worden. Er zal gewerkt worden in een groep, dus ook sociale vaardigheden zullen belangrijk zijn. Er zal aanspraak gedaan worden op de 21st century skills. De leerlingen kunnen bij het werken aan projecten zelf kiezen, maar zullen deze keuzes wel moeten kunnen verantwoorden. Ze moeten kunnen reflecteren op de gemaakte producten en het proces wat doorlopen is.
Projectmatig werken voor de leerkracht
De leerkracht zal meer samen moeten gaan werken met collega's. Er is een intensieve voorbereiding nodig om het project tot een succes te laten worden. Daarom is het van belang dat leerkrachten veel met elkaar overleggen en het project samen voorbereiden. Wanneer het project uitgevoerd wordt zal de leerkracht meer een begeleider zijn en minderen een overdrager van kennis. Het zal minder 'beheersbaar' zijn of voelen dan een klassikale les. De leerkracht moet kinderen in groepjes kunnen laten samenwerken. De leerkracht zal te maken krijgen met verschil in interesse, leerstijl, tempo en niveau van de leerlingen en moet hier op in kunnen spelen. Daarnaast moeten de leerkrachten ervoor zorgen dat de leerlingen iets kunnen kiezen. Ook moeten ze de leerlingen laten reflecteren op hun werk. Er moet gezorgd worden voor duidelijke opdrachten, heldere criteria en het proces en product moeten beoordeeld kunnen worden.
Projectmatig werken voor de leeromgeving
De leerlingen hebben ruimte nodig om in groepjes te kunnen samenwerken aan verschillende leer- en werkactiviteiten. Hierbij moeten ze toegang hebben tot ICT en de mediatheek voor het verwerven en verwerken van informatie.
Projectmatig werken voor de schoolorganisatie
Wanneer we overgaan tot projectmatig werken, moeten we het hebben over het ontwikkelen en samenstellen van de projecten, hierbij ook lettend op het budget. We moeten afspraken maken over wie het project coördineert. Daarnaast moeten we voorbereidingstijd inruimen om met elkaar de projecten voor te kunnen bereiden. Ook moeten we een duidelijk jaarplan opstellen. Wanneer geven we welk project of wanneer komt welk thema aan de orde. Er moet duidelijkheid zijn voor de leerkrachten wie wat moet doen en wanneer we dat doen. Daarnaast moeten we in de gaten houden dat we de methodes hiervoor op de juiste manier inzetten en alle kerndoelen aan bod laten komen. We moeten met elkaar afspreken wanneer we klassendoorbrekend werken en hoe we de groepjes leerlingen samenstellen. Ook moeten we met elkaar afspraken maken over de manier van beoordelen en toetsen.
Een project opzetten
Bij een volwaardig project worden zes fasen doorlopen: de oriëntatie-, voorbereidings-, uitvoerings-, resultaat-, reflectie- en beoordelingsfase.
1. De oriëntatiefase:
Hierin moet duidelijk worden: wat de opdracht is; wat de zin is van de opdracht; het doel voor de leerling; wat de beginsituatie van de leerlingen is; de keuzevrijheid bij de opdracht; hoe en waarop zal de opdracht beoordeeld worden.
2. De voorbereidingsfase:
Hier moet duidelijk worden: met wie de leerling mag samenwerken; welk resultaat er bereikt moet worden en hoe het groepje dit gaat aanpakken; de taakverdeling binnen het groepje moet duidelijk worden; er moet helder worden wat het groepje nodig heeft om tot het resultaat te komen en of de leerkracht akkoord gaat met de plannen van het groepje.
3. De uitvoeringsfase:
In deze fase werkt het groepje leerlingen aan het project/ product. Er kunnen lessen of workshops gevolgd worden, informatie worden verkregen en er zijn voortgangsgesprekken met de leerkracht.
4. De fase van het resultaat:
Het resultaat kan een verslag, werkstuk, een tentoonstelling, collage, presentatie, informatiefolder, performance of filmpje zijn. Het is belangrijk dat bij verschillende projecten niet steeds voor dezelfde producten wordt gekozen.
5. De reflectiefase:
In deze fase wordt er teruggekeken op het resultaat en proces. Hierbij wordt er gekeken: hoe het gegaan is; wat er naar wens verliep en wat niet; is het resultaat bereikt dat voor ogen was; wat moet er een volgende keer anders gedaan worden; wat is er bij dit project geleerd; wat weet of kun je nu beter dankzij het project; wat lukt nog niet zo goed; waar moet bij een volgend project extra aan gewerkt worden.
6. De beoordelingsfase:
De leerkracht beoordeelt samen met de leerlingen. Zij letten hierbij op het volgende: hoe er aan de opdracht is gewerkt; wat het eindoordeel van het resultaat is; of de leerstof beheerst wordt; of de vaardigheden die bij het project nodig waren beheerst worden; of er goed gereflecteerd is.
Geschiktheid van een project
Je kunt zelf projecten maken, maar je kunt ook een bestaand project gebruiken. Om te beoordelen of het project voor de school geschikt is kun je letten op de volgende punten:
1. Het project deugt voor de leerling:
Het projectmateriaal voor de leerlingen moet duidelijk zijn. Er moet duidelijk zijn welke kennis, inzichten en vaardigheden de leerlingen via het project verwerven en hoe dit beoordeeld wordt.
Je moet terug kunnen vinden of de leerstof van het project te relateren is aan de kerndoelen. Is het projectmateriaal methode vervangend?
Het materiaal moet voldoende op maat zijn voor de leerlingen. Daarnaast moet duidelijk zijn hoeveel tijd het project kost en ook bij de opdrachten die bij het project horen moet duidelijk zijn hoeveel tijd het voor de leerlingen kost.
Ook moet het materiaal toereikend zijn om de leerdoelen te halen. Het moet aantrekkelijk en uitdagend zijn. Taal en beeldmateriaal moeten op de leerlingen afgestemd zijn. Er moeten keuzemogelijkheden zijn en er moet gedifferentieerd kunnen worden.
Daarnaast moet het duidelijk zijn of de leerlingen voldoende zelfstandig aan de opdrachten kunnen werken.
2. Het project deugt voor de leerkrachten:
De leerkrachten moeten affiniteit hebben met het project. Daarnaast moet het materiaal voldoende aanwijzingen en ondersteuning bieden tijdens het project. Het moet bruikbare voorbeelden, suggesties en verwijzingen bevatten. Zo moet voor de leerkrachten duidelijk zijn hoe de samenwerking, voortgang en het eindresultaat beoordeeld kunnen worden. Ook moet beoordeeld kunnen worden welke kennis, vaardigheden en inzichten de leerlingen tijdens het project verworven hebben. Ook moet de leerkracht duidelijk worden hoe te reflecteren op de aanpak, voortgang en bereikte resultaten.
3. Past het project binnen de school:
Het project moet uitvoerbaar kunnen zijn in de beschikbare ruimten met de beschikbare voorzieningen. Daarnaast moet het haalbaar zijn met de beschikbare onderwijsondersteuning binnen de beschikbare lestijd. Ook moet het binnen het rooster passen en moet het uitvoeringsklaar gemaakt kunnen worden in de beschikbare voorbereidingstijd.
Beantwoording van de deelvraag
Kan projectmatig werken een vorm zijn die bij onze school past, waardoor we ook beter moderne media kunnen gebruiken bij ons onderwijs?
Het werken aan projecten biedt leerlingen de gelegenheid om belangrijke vaardigheden te laten verwerven en te versterken, zoals plannen en organiseren, samenwerken, informatie verzamelen, presenteren en reflecteren.
Dit sluit voor onze school goed aan op de 21st century skills, waar we graag meer mee willen doen in ons onderwijs.
Projectmatig werken, kan wat dat betreft dus een goede vorm zijn om ons onderwijs aan te bieden.
Daarnaast wordt er in het instrument van het SLO aangegeven dat het goed aansluit op de manier van werken in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Dit is voor de leerlingen een goede zaak denk ik, zo hoeven zij op de middelbare school niet een geheel nieuwe manier van werken aan te leren, maar zijn ze hier reeds mee bekend.
Roostertechnisch biedt het projectmatig werken voor onze school ook kansen. Nu lopen wij er vaak tegenaan dat ons rooster erg vol is en dat we veel verschillende vakken op een dag geven. Die ook allemaal in een bepaalde periode getoetst moeten worden, dit is vaak een hele puzzel om dit zo verspreid mogelijk te regelen, mede omdat we maar 1 toets per week mee willen geven als huiswerk. Wanneer we deze zaakvakken allemaal kunnen combineren in een project, ben je van dit probleem af. Je werkt dan in een bepaalde periode aan het project, waar al deze vakken in terug kunnen komen. En dit kun je met 1 toets afsluiten. Hierdoor voorkom je veel geplan.
Wel moeten we dus een goed jaarschema opstellen, waar alle zaakvakken goed in terug kunnen komen binnen onze projecten/ thema's.
Een ander voordeel is dat we als docentteam meer samen kunnen werken aan de projecten, hierdoor worden we nog meer een team en kunnen we gebruik maken van elkaars kwaliteiten en elkaar meer steunen en van elkaar leren. Ik denk dat dit de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. We moeten er wel voor zorgen dat we genoeg tijd inroosteren om met elkaar de projecten voor de kunnen bereiden. Daarentegen hoeven alle losse lesjes dan niet meer voorbereid te worden als we het clusteren in ons project/ thema. Voor het opzetten van onze projecten/ thema's kunnen we de bovenstaande fases goed gebruiken als leidraad.
Hiermee is deelvraag 4 beanwoord. Klik hier om naar mijn volgende deelvraag te gaan.
Klik hier om te zien hoe ik deze theorie heb gebruikt bij de uitvoering van mijn Masterpiece.
