top of page

 

Deelvraag 1

Wat is er in de theorie te vinden over 21 st century skills in het onderwijs, wat is onze beginsituatie en hoe maak ik meetbaar of er verandering is opgetreden?

In de probleemstelling van onze school heb ik al aangegeven dat we als school graag meer willen richten op 21 st century skills in ons onderwijs. Het is dan van belang dat we hiervoor over de juiste informatie beschikken. Wat houden de 21 st century skills precies in? En welke skills kunnen wij terug laten komen in ons onderwijs? Daarnaast is het van belang dat we naar onze beginsituatie kijken en meetbaar proberen te maken of er verandering is opgetreden. 

De beginsituatie en meetbaar maken

Om op je school of voor jezelf te kunnen checken hoe het ervoor staat met de 21st century skills in het onderwijs zijn er door de SLO twee quickscans ontwikkeld. Eén voor leerkrachten en één voor schoolleiders. 

Door de leerkrachten van onze school de quickscans in te laten vullen kunnen ze dus een beeld krijgen van zichzelf hoe het nu gesteld is met de 21 st century skills in hun onderwijs. Dit kan op een later moment nogmaals gedaan worden en dan kun je zien of er verandering is opgetreden in je onderwijs. Daarnaast wil ik hiervoor ook het WMK- onderzoek gebruiken dat wij als team in november 2016 hebben ingevuld op het gebied van ICT en projectmatig onderwijs. Onderstaand zijn de gegevens te zien van november 2016 op deze gebieden. Na mijn onderzoek wil ik mijn collega's vragen nogmaals deze WKM- lijsten in te vullen en dan kunnen we meetbaar maken of we ontwikkeling hebben doorgemaakt. WMK staat voor Werken met Kwaliteit. Hiermee kun je de kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid controleren. Je kunt de vragenlijsten zelf samenstellen of combineren. De inhoud is ontwikkeld door Cees Bos. Er wordt door 3.000 scholen gebruik gemaakt van het WMK. (klik hier om naar de website van WMK te gaan)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Algemene informatie over 21st century skills

21st century skills, of 21e eeuwse vaardigheden zijn vaardigheden die kinderen nodig hebben om succesvol deel te nemen in de maatschappij van de toekomst. 

De maatschappij verandert. Gevolg is bijvoorbeeld dat meer werk wordt gedaan door machines. En bij steeds meer werk worden computers en ict gebruikt. Werk verandert, functies veranderen. Jongeren hebben 21e eeuwse vaardigheden nodig om hierop voorbereid te zijn.

Er zijn verschillende modellen te vinden over 21st century skills. Kennisnet en SLO hebben een van de meest recente modellen ontwikkeld. Dit model van het SLO wil ik graag gebruiken om de informatie voor onze school uit te halen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de streefvisie van onze school komen het samenwerken, talententen ontplooien, inspirerend onderwijs, cognitieve- en sociale ontwikkeling en uitdagend onderwijs als speerpunten naar voren. Om alle 11 de vaardigheden tegelijk aan te willen pakken is veel gevraagd. Daarom wil ik me richten op een zestal vaardigheden hier uit. Te weten: probleem oplossend vermogen, Ict geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en samenwerken. Deze zal ik hieronder verder uitwerken. 

Probleem oplossend vermogen:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder probleemoplossend vermogen wordt verstaan:

'Probleemoplossend denken en handelen is het vermogen om een probleem te (h)erkennen en tot een plan te komen om het probleem op te lossen'.

 

Hierbij gaat het om het kunnen signaleren, analyseren en definiëren van problemen, Maar ook strategieën kunnen herkennen en hanteren om met onbekende problemen om te kunnen gaan. Leerlingen moeten oplossingen kunnen bedenken, kiezen en analyseren en hierbij patronen en modellen creëren om zo een goede beslissing te kunnen nemen. 

 

Hierbij wordt het proces dat tot het probleem oplossen leidt belangrijker gevonden dan de oplossing zelf. Er moet gebruik worden gemaakt van opgedane kennis en vaardigheden om tot een oplossing voor het probleem te komen. 

Voor het onderwijs is dit van belang, omdat kennis, nieuwe kennis en innovatie zijn nodig om huidige en toekomstige maatschappelijke, wereldwijde, nieuwe, problemen op te lossen, zo stelt de website van het SLO.

 

Voor ons op school kan dit gebruikt worden om het onderwijs uitdagend en inspirerend te houden, wat aangegeven wordt in onze streefvisie en om goed aan te kunnen sluiten bij de maatschappij van de toekomst. 

 

ICT- basisvaardigheden:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder ict- basisvaardigheden wordt verstaan:

ICT-basisvaardigheden zijn de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en om de bediening, de mogelijkheden en de beperkingen van technologie te begrijpen. Het begrip computer wordt hier breed gebruikt, niet alleen als personal computer, desktop of tablet, maar elke technologie waarin een microprocessor is gebruikt die op basis van ingevoerde gegevens volgens een programma een aantal logische handelingen verricht met als uitvoer bepaalde algoritmes en tijdelijke opslag van gegevens.

 

Hierbij is het voor het onderwijs van belang dat leerlingen beschikken over voldoende basiskennis van verschillende vormen van technologie. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de basisfuncties van computers en netwerken. Zo moeten 

kinderen apparaten kunnen benoemen, aansluiten en bedienen waar computers in verwerkt zijn, om kunnen gaan met tekstverwerkers, spreadsheet- programma's en presentatiesoftware, kunnen werken met internet (browsers, e-mail) en het kunnen omgaan met beveiligings- en privacyaspecten. Zo stelt de SLO. Hierdoor kunnen leerlingen leren dat zij zelf invloed kunnen hebben op de manier waarop gegevens in de computer terecht komen en hoe deze gebruikt worden. 

 

Voor ons op school is het van belang dat de kinderen deze basisvaardigheden goed leren, omdat het gewoonweg niet meer weg te denken is uit de maatschappij. Daarnaast hebben wij beschikking over tablets in ons onderwijs en zoals te zien is bij de probleemstelling, worden deze nog niet ingezet zoals zou moeten. 

Creatief denken:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder creatief denken wordt verstaan:

'Creatief denken en handelen is het vermogen om nieuwe en/of ongebruikelijke maar toepasbare ideeën voor bestaande vraagstukken te vinden'.

 

Er wordt aangegeven dat kinderen hierbij creatieve technieken moeten kennen en kunnen hanteren. Ze moeten buiten de gebaande paden kunnen en durven gaan, ook moeten zij nieuwe samenhangen kunnen zien en risico's durven nemen. Daarbij moeten ze fouten kunnen zien als leermogelijkheid. Ze moeten een ondernemende en onderzoekende houding aan kunnen nemen. 

Dit kan het best ontwikkeld worden in een rijke leeromgeving, waarin kinderen gestimuleerd worden om zelf oplossingen te bedenken. 

Voor het onderwijs is het vooral van belang dat we bewustzijn dat creativiteit in elke leerling zit en in alle vakken en domeinen aan bon kan komen. Hier zullen passende leerervaringen voor aangeboden moeten worden die het creatief vermogen ontwikkelen. Hier zal expliciet aandacht aan moeten worden besteed in het onderwijs. 

Bij ons op school moet dit ook terug te zien zijn in het onderwijs. Kinderen moeten niet binnen de kaders creatief kunnen zijn, maar tijdens al het onderwijs. Leerkrachten zullen hier ruimdenkend mee om moeten leren gaan en proberen om 'los te laten'.

 

Kritisch denken:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder kritisch denken wordt verstaan:

'Bij kritisch denken gaat het om het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen'.

 

Om dit te kunnen bereiken zijn denkvaardigheden noodzakelijk. Deze zijn nodig om informatie te kunnen doorzien en op waarde te kunnen schatten. Zo kunnen leerlingen onjuistheden inzien en visies en meningen beoordelen. Op basis hiervan kan een kind een eigen oordeel geven of standpunt innemen. Kinderen moeten hierbij het verlangen hebben om goed geïnformeerd te zijn, oorzaken willen zoeken, ruimdenkend kunnen zijn en respect kunnen hebben voor de standpunten van anderen. 

Houdingsaspecten, reflectie en zelfregulerend vermogen zijn ook voorwaarden om kritisch te kunnen denken. 

Voor het onderwijs is van belang dat kritisch denken een essentiële vaardigheid is voor het onderzoeken en beoordelen van informatie, het bepalen van standpunten en het nemen van weloverwogen beslissingen. Zo wordt kinderen geleerd na te denken over een onderwerp, problemen eerst te analyseren en dan pas een mening te vormen. Leerlingen kunnen zo worden uitgedaagd om ideeën van zichzelf en anderen te toetsen en toe te passen. 

Bij ons op school zullen we leerlingen dit ook moeten leren. Ze moeten leren dat niet alles wat ze in bronnen vinden altijd juist is. Met elkaar goed de informatie leren beoordelen en rekening leren houden met de standpunten van een ander. 

Communiceren:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder communiceren wordt verstaan:

'Het gaat bij communiceren om het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap'.

 

Hierbij gaat het om het uit kunnen wisselen van informatie met een ander, door te spreken, maar ook te luisteren. De kinderen moeten de kern van een boodschap kunnen herkennen en zelf ook duidelijk zijn in de boodschap naar een ander. 

 

Leerlingen moeten verschillende communicatieve situaties kunnen hanteren, zoals bijvoorbeeld gesprekken, presentaties en debatten. Hierbij moeten ze de gesprekstechnieken kennen en weten welke regels er bij welke situatie horen. 

 

Ook moeten de leerlingen kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld teksten en films. Ook moeten zij weten welke verschillende strategieën hierbij horen. 

Daarnaast moeten de leerlingen ook inzicht hebben in de mogelijkheden van ICT om goed te kunnen communiceren. 

Bij ons op school is het van belang dat we kinderen goed met elkaar leren communiceren. Niet alleen met kinderen uit de eigen klas, maar ook met kinderen, leerkrachten en ouders uit andere klassen. We moeten de kinderen ook leren dat hierbij bepaalde technieken, regels en strategieën horen. 

Samenwerken:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder samenwerken wordt verstaan:

'Bij samenwerken gaat het om het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen'.

 

Hierbij moeten de leerlingen hulp kunnen vragen, geven en ontvangen. Ze moeten openstaan voor de ideeën van anderen. En ook verschillende rollen in het samenwerken kunnen herkennen en erkennen. Daarbij moeten ze respect hebben voor culturele verschillen en afspraken kunnen maken in het samenwerkteam. Hierbij mogen ze onderhandelen, maar ze moeten effectief met elkaar kunnen communiceren. Ook moeten ze kunnen functioneren in heterogene groepen. 

Bij ons op school is het samenwerken van groot belang. Kinderen moeten bovenstaande kenmerken kunnen toepassen bij ons op school. Het kunnen functioneren in heterogene groepen is ook erg belangrijk als we groepsdoorbrekend les willen geven. 

Informatie vaardigheden:

Op de website van het SLO kunnen we lezen dat onder informatievaardigheden wordt verstaan:

'Informatievaardigheden omvat het scherp kunnen formuleren en analyseren van informatie uit bronnen, het op basis hiervan kritisch en systematisch zoeken, selecteren, verwerken, gebruiken en verwijzen van relevante informatie en deze op bruikbaarheid en betrouwbaarheid beoordelen en evalueren. In de context van 21e-eeuwse vaardigheden gaat het hierbij vaak om digitale bronnen'.

Bij ons op school is het van belang dat kinderen weten dat niet alle informatie van het internet (of andere bronnen) betrouwbaar is. De beschikbare digitale informatie neemt alleen maar toe en het is moeilijk om te bepalen welke informatie betrouwbaar is. Daarom moeten de kinderen hier van jongs af aan al mee om leren gaan. Altijd kritisch de betrouwbaarheid leren beoordelen en evalueren. 

Beantwoording van de deelvraag

 

Wat is er in de theorie te vinden over 21 st century skills in het onderwijs, wat is onze beginsituatie en hoe maak ik meetbaar of er verandering is opgetreden?

Samenvattend zouden we kunnen zeggen dat 21st century skills belangrijk zijn voor leerlingen om goed deel te kunnen nemen aan de maatschappij van de toekomst. Om inzicht te kunnen krijgen hoe het er bij ons op school precies voor staat, kunnen leerkrachten de quickscans invullen. Dit kan op een later moment nogmaals, zodat er meetbaar gemaakt kan worden of er verandering is opgetreden. 

Daarnaast hebben de we in de algemene theorie kunnen lezen dat er elf 21st century skills zijn. Om aan al deze gebieden tegelijk te willen wer​ken is niet haalbaar. Zeven van de elf skills zijn verder uitgewerkt om inzicht te krijgen voor onze school. Hierbij was het volgende van belang voor onze school: 

Probleem oplossend vermogen: dit kan gebruikt worden om het onderwijs uitdagend en inspirerend te houden, wat aangegeven wordt in onze streefvisie en om goed aan te kunnen sluiten bij de maatschappij van de toekomst. 

Ict- basisvaardigheden: het is van belang dat de kinderen deze basisvaardigheden goed leren, omdat het gewoonweg niet meer weg te denken is uit de maatschappij. Daarnaast hebben wij beschikking over tablets in ons onderwijs en zoals te zien is bij de probleemstelling, worden deze nog niet ingezet zoals zou moeten. 

Creatief denken: dit moet ook terug te zien zijn in het onderwijs. Kinderen moeten niet binnen de kaders creatief kunnen zijn, maar tijdens al het onderwijs. Leerkrachten zullen hier ruimdenkend mee om moeten leren gaan en proberen om 'los te laten'.

Kritisch denken: dit zullen we leerlingen ook moeten leren. Ze moeten leren dat niet alles wat ze in bronnen vinden altijd juist is. Met elkaar goed de informatie leren beoordelen en rekening leren houden met de standpunten van een ander. 

Communiceren: het is van belang dat we kinderen goed met elkaar leren communiceren. Niet alleen met kinderen uit de eigen klas, maar ook met kinderen, leerkrachten en ouders uit andere klassen. We moeten de kinderen ook leren dat hierbij bepaalde technieken, regels en strategieën horen. 

Samenwerken: het samenwerken is van groot belang. Kinderen moeten bovenstaande kenmerken kunnen toepassen bij ons op school. Het kunnen functioneren in heterogene groepen is ook erg belangrijk als we groepsdoorbrekend les willen geven. 

Informatievaardigheden: het is van belang dat kinderen weten dat niet alle informatie van het internet (of andere bronnen) betrouwbaar is. De beschikbare digitale informatie neemt alleen maar toe en het is moeilijk om te bepalen welke informatie betrouwbaar is. Daarom moeten de kinderen hier van jongs af aan al mee om leren gaan. Altijd kritisch de betrouwbaarheid leren beoordelen en evalueren. 

 

 

 

 

 

 

Hiermee is deelvraag 1 beantwoord. Klink hier om naar deelvraag 2 te gaan. 

Klik hier om te zien hoe ik deze theorie heb gebruikt bij de uitvoering van mijn Masterpiece.

© 2017 by Karin Borst. Proudly created with Wix.com

bottom of page